zaterdag 8 juni 2013

Kritiek van het biologische vernuft.

Levermos, nierstenen, oorwurm
Op- en aangevreten vlees,
Drie terraria van lijf in drie delen,
De einder glipt almaar verder,
De kim verdwijnt grijnzend,
Vaarwel, vaarwel,
Ranke ouwe rukker,
Beeld in beeld,
Kaleidoscopisch verblijf ik,
Uw vriend en stoffige trilobiet,
Een paar kwabben die door schichten
Tot springen worden bevolen,
Eén plus één plus één is drie,
De stompe waarheid van de abacus.
Ledematen, hoofd en romp,
Segmenten, voelers en poten,
Kruipend bereiken pissebedden,
Meer dan mensengeesten,
Dan lichamen met vurige schenen,
Tulpen zijn nerveuzer,
Dan zelfs de wildste dieren.
Bijziend tastend tekenen en tellen,
Kleine apen met grote gezichten,
Schedels met liktongen,
Die dromen en dromen van
Lief, zoet innig minnekozen,
En waarheden verder dan,
De grenzen van het weten,
Geen zandkorrel ter wereld,
Die van zelf noch einde weet,
Zou er niet om moeten grijnzen.