vrijdag 23 december 2011

Lied voor het klootjesvolk.

Vaar weg, oh land van nu,
Myopisch en te laat,
Voor een serum van lenteplanten,
Waar fytotherapie,
En hondenschokken niet baten,
Serf;
Zwak, zwart geketend, bezwaard door vliegen,
Monden vol zweren en perjuraties,
Verstoor eens iets eeuwigs,
Maak iets helemaal kapot,
Voor één keer in je leven,
Win, en ga voor altijd gratis eten.
Staak de arbeid, ga werken voor vroeger,
Vergeet de toekomst,
Je hebt er geen,
In de trog zit nog wat voeder,
Je mag het hebben,
Wees lijk op straat, of leef nog wat langer,
Konijnen kunnen bezitten, maar geen stro,
Je moet alles één keer meegemaakt hebben,
Dat is een plicht, een taak en een groot geel,
Zoutvat vol lichaamsdelen van een kikker.
Je gele tanden in je mond,
Je laat je moeder niet in de steek,
Maar wat kan je haar ook baten,
Ledenmaatloos, lelijk, lomp en te lang van duur,
Redundant lid van een ras zonder houdbaarheidsdatum.
Het is huilen en snoepen,
Halfgare koe zonder vorm,
Suiker en kleurstof, E vierhonderd en zeven,
Compendium van schrale bewijzen,
Geen dag ouder dan 1066, geen tel verder,
Ontkenning van progressie en welbehagen,
Stationair ontploffend naar alle kanten,
Disfigurerende scherven uit lompen geboren,
Violente pracht van dwaze zinnen,
En nooit begrepen leuzen en concepten,
Uit de schoot van radiogolven en mondiale webben,
Oprukkend uit de baarmoeder van plastieken factorijen,
Walvissen van rondspattende hersenen en genade,
Deel en pakje van het oude humanisme,
Voorts uit haat, voorts uit onverschil,
Bloeddorst van chocomelk en cultuurloze kabouterbreinen,
Geen clash van ideeën maar van gepiegel en geneut,
De voorhistorie komt terug en hoe,
De Apocalyps van in je luie zetel,
Bommen uit de lucht vallen door de schermen heen,
En proeven daar een cuisson van ingewanden,
Klik, boem, U hebt 0 vrienden.
Oost en west en Noord en Zuid, eindelijk samen,
Geen trendy fashion, geen taal, geen emotie,
Geen realiteit, geen simulacrum, geen perceptie.
Een ouwe fabel, mythe van de mensheid,
Als stukken gehakt te worden uitgescheten,
Door Gods ingewanden,
En de gewelddadige dood van alle onderscheid,
Door uitroeiing wordt het broederschap geboren,
De caster met de rimpels om zijn hoeken,
en zijn veel te gestreken keurig pak,
micro en lijzig sardonisch lispen,
"Eigenlijk is dat vals spelen".
Gelach.

Om maar iets te zeggen: vroeger was ik veel gelukkiger.

Met een licht gevoel van koppijn denk ik,
Steeds maar mijn gedachten kapot,
En langs de sluipwegen van de rede
Gaat het gevoel me met iets bots te lijf,
En alles van waarde wordt verbrijzeld.

Er zaten ooit,
Zestien zielen in een necrologisch pact,
Waar Daan en Riet in een trein zaten,
En met de taal als waanzinnigen,
Door hun hoofden daverden,
Dat begin was het einde,
Van het lichtvoetig zuigen aan donkerroze tepels.
Door te veel massa tot zwarte gaten verworden,
Werd het punt van geen ontsnapping ingezet,
Kromme vingers, scheve ruggen, immobiele schele ogen.

Zo die ene daar zei,
“Bevrijd u met het woord,
Gij pover existerend wezen,
Maak uzelf toch vrij.”
Kan ik toch wel vrijlijk conjecteren,
Dat hij in zijn armoire,
Geen dansschoenen liggen had.

zaterdag 10 december 2011

Am

Rietwaarts zijg ik uit het warme water en,
De einder ligt als het verleden in mijn handen,
En over de dijk wonen al die mensen,
Die me ooit van dichtbij kenden.

Fietsen rijden van hier naar daar,
En de schorre waait en weent,
En de veerman heeft een boot,
Om naast de brug te varen.

Ik ben hier mijn leven al teruggekomen,
En het woord thuis klemt in mijn mond,
En ik heb hier nog steeds niets verloren,
Dat ik ooit nog hoop terug te vinden.

Nieuwssjabloon 1: HLN

10 december - Gehucht.

In het Oost-Vlaamse Gehucht heeft een marginale aap van het klootjesvolk naar verluidt iets gedaan dat een andere marginale aap van het klootjesvolk erg vermakelijk zal vinden om te lezen, vandaar dit schrijven. Het was iets met seks, geweld en/of grof geld en het toont zowat aan dat een bepaalde sectie van het klootjesvolk inferieurder is dan een andere sectie van het klootjesvolk, ofte de lezer. We vroegen aan één of andere oetlul wat er moest gedaan worden, maar hij wist het niet echt, want onze vraag was sowieso ook al een pseudoprobleem. We hebben dan maar de moeder/vrouw/dochter van de marginale aap gevraagd om te reageren maar ze was enorm geëmotioneerd, wat onze klotelezers alweer erg leuk zullen vinden. We beëindigen deze kolder met één of andere obscure en vaag moraliserende verwijzing naar één of andere overheidsinstantie en/of de politie over hoe zij de dingen toch wel een beetje beter hadden kunnen aanpakken, eigenlijk, feitelijk. Deze journalist krijgt een compliment van zijn hoofdredacteur, de wereld is perfect.(FD)

woensdag 7 december 2011

Punt.

Ik weet niet meer waar ik heen ga
Of waarvandaan ik kom,
Ik weet niet meer hoe ik moet overleven,
In deze vier en nog wat dimensies,
Vol met domme dwaze imbecielen,
En ik één van hen.