zondag 28 september 2008

Lang leve de Sisyphische mars van de moedelozen!

Als je logisch nadenkt kan het er eigenlijk niet beter op worden. Het organisme verzwakt met de jaren. De ademende mens steunt en puft en begint steeds meer op een antieke stoommotor te lijken. De neurologische vertakkingen worden talrijker en ingewikkelder, maar tegelijk verzwakt de myelineschede waardoor de signalen reizen. Het karkas, ooit mens, is uiteindelijk een zeer complexe maar compleet disfunctionele computer. Alle creativiteit dooft uit.

De carrière waarvan je droomde mislukt en wanneer je na tien jaar noeste arbeid en zweet terugkijkt zie je een zwart gat van onbenulligheid achter je. Je wordt wakker op een bruine dag in november, bekijkt het ademende wijvenlijf naast je en denkt "Wie de fuck is dit nu weer?" Je hebt twee kinderen, met de oudste heb je al geen affiniteit meer, en de tweede slipt in snel tempo uit je handen. Hij lijkt te veel op je om een vriend te worden en te weinig om een kopie te zijn. Hij is een uniek maar compleet onbenullig individu, dat is herkenbaar. En pijnlijk.

Over pijn gesproken. Alles, vrouw, kinderen en werk, maakt je doodsbang en de laatste tijd moet je de auto dikwijls opzij zetten omdat je geen adem meer krijgt. Soms word je in het midden van dag misselijk en kan je niet anders dan kotsend voor de bedrijfsplee te gaan liggen. Je verdenkt je collega's ervan dat ze op je plaats azen. Je aast zelf op de plaats van collega's. Er heerst een gelaten sfeer van huichelarij tussen jullie.

De vrienden van vroeger zijn vet geworden. Ze zijn getrouwd, ze zijn zoutloos, het is een triestige boel als je ze ontmoet. Het gaat de laatste tijd meer en meer over auto's, opvoedingsproblemen. En over begrafenissen.

Wat is er aan de hand met die begrafenissen? Waren ze vroeger nog een ondergronds en onzichtbaar gewas, de laatste tijd schieten ze als schimmels vooruit.
Het heden is vlak en smaakloos, het verleden komt niet meer terug en de toekomst is bezaaid met arduinstenen. Ergens staat ook de jouwe.

Maar houd de moed erin, want als hij eruit is, is hij ook weg. Camus zegt dat de enige en eerste vraag van de filosofie "zelfmoord of niet?" is. Het is heel begrijpelijk om "nee bedankt" te zeggen, maar eens je na rationele overweging toch "ja" zegt kan je alleen heroïsch in de diepe zwarte kloof staren. Dan hoot het niet om nog een klagend oud wijf te zijn.

Ik denk dat ik weldra maar eens aan mijn grote overpeinzing begin. Benieuwd wat de uitkomst zal zijn.

zondag 21 september 2008

Smeekbede voor een groter netwerk

Liefste niet-facebookvrienden en -vriendinnen,



Het is tot mijn aandacht gekomen dat sommigen onder jullie die friendrequests van me wel heel erg lang laten 'penden'.

Misschien is ergens het tussen ons fout gegaan? Sommigen onder jullie heb ik allicht op de smoel gekust (te hard?). Anderen moesten het stellen met een sneer en een door urine besmeurde BMW-klink. Met in dronken stupor geschreven sms'en in de nacht waarin ik jullie verdenk van copulatie met een dikzak. Maar ik verzeker jullie: alles was per ongeluk. Ik heb geen wrok, ik ben een volledig workvrije zone. Waarom willen jullie mijn facebookvrienden niet worden? Ik ben toch zo'n aanwinst!

Ho, we zouden zoveel kunnen bereiken, wij samen! Je zou op een zonnige zondagmiddag opstaan, nog een beetje duizelig in je hoofd van het grote feest van de voorgaande avond, dat toevalligerwijs de dag ervoor plaatsvond,ook al. Een koffie zou je jezelf maken. Maar geen toast want dan kots je godverdomme heel de plankenvloer onder! Dat zou te veel hilariteit veroorzaken bij je huisgenoten/ je ouders/je kat Minoesj/ je om op fratsen te reageren voorgeprogrammeerde Macintosh. Je kan die mensen/dieren/machines eigenlijk niet luchten dus dat zou je niet doen. Je zou naar je bureaukamertje slash hobbyruimte struikelen. Je zou je PC aanzetten. Wat zou de dag je die dag bieden?
Een aanbod voor erectieverbeterende pillen. Een prachtige kans om een diploma aan de universiteit van Phoenix te behalen. Maar wat zou er op facebook gebeurd zijn?
Je goede en trouwe facebookvriend Frank zit immers vol kattenkwaad. Welke dolgekke streek zou hij uitgehaald hebben, welke gekke doldwaze groep heeft hij nu weer opgericht?

"Frank has poked you."

"Poke back?"

"Yes"

Pure euforie. Het leven wordt niet beter dan dit!


Potentiële facebookvrienden, het mag een klein belang lijken, niet eens de moeite van het overwegen waard, maar weet dat die gedachte misleid is. Wij, jij en ik, zouden onszelf kunnen openen voor een wereld van virtueel contact, cybernetische flirtaties en elektronische strelingen. Misschien koop ik zelfs wel één van die adaptoren die inputsignalen vertaalt naar stroomstoten op het lichaam. Dan zal ik echt kunnen zeggen: "Je berichtje/poke/fototag heeft me geraakt."
Het leven is aan de "accept friend request"-ers. Doe het vandaag, en vanavond por ik je!

Lieve groetjes
&
toekomstig de jouwe
Frank

donderdag 4 september 2008

Wake-up Call


 Download het hele verhaal als Epub: Hier

Toen Blaffetuur Argwanend die ochtend opstond had hij erg veel zin in een gekookt eitje. Tricky, want die dingen waren in het jaar 2545 gewoonweg niet meer voorhanden. "Dan maar opstaan en de tanden poetsen!", dacht Blaf desondanks vrolijk, want een levensgenietende levensgenieter dat was hij. "Genieten maar!", riep hij soms, gevolgd door, "Van het leven! Levensgenieten!" Een Gezelligaard was Blaf ook, hij kon bij tijd en stond in zijn gezellige living annex woonkamer zitten en een geheel spijsverteringsongerelateerde scheet laten. Zomaar voor de gezelligheid.
Het tandenpoetsen bleek uiteindelijk ook een beetje tricky, en zeker ook wat overbodig, want in het jaar 2545 aten de mensen al lang niet meer met tanden maar met een soort van gegalvaniseerde buizen die rechtstreeks op de maagwand waren aangesloten. Het water was bovendien al sinds het jaar 2345 opgedroogd, nadat de op dat moment bijna vierhondejarige Al Gore een globale ramp veroorzaakte door te voorzichtig te zijn. Je weet het nooit in de ecologie. Wat toont dat je die dingen (rampen, orkanen, mensongerelateerde catastrofen) toch nooit echt kan voorspellen, ook al doe je je best.
"Een beetje rare ideëen heb ik vandaag", dacht Blaf. Terstond herstelde hij zich en besloot hij om zijn darm aan te sluiten aan het verteervoortstuwapparaat en een partijtje te gaan masturberen op de holocomputer. Masturberen was, in tegenstelling tot in alle voorgaande eeuwen, in de 26e eeuw een geheel en al respectabel tijdsverdrijf geworden. Vorsten en verlichte despoten alom gingen er prat op dat ze tot 6maal per dag aan hun zielige fishstick rukten en dat er wat hen betrof geen belangrijker doel was in het leven dan het vervullen van deze solitaire onanische daad. Na een grondig snokbeurt op de tonen van Händels Watermusic op de vibrerende stoel in de holokamer besloot onze held dat het tijd was voor een grondige afblaasbeurt met de koolstofvernieuwer.

Plots ging de draagbare telefoon van Blaf over. (De telefoon was, ondanks de aanzwellende kritiek van artsen over hersentumoren en stralinggerelateerde ziekten, steeds erg in zwang gebleven in alle lagen van de bevolking. Natuurlijk zagen telefoons er in de voorgaande eeuwen heel verschillend uit. Ze waren groter, metaliger en leken hoegenaamd niet op een pindanoot. Zelden bevonden ze zich in het slakkenhuis dichtbij de trommelvlies in het binnenoor. Dat laatste gebeurde wel maar er was dan meestal sprake van één of ander misverstand.) Blaf nam op en de stem van Mia weerklonk. Ze was één van de top-vijf-fictiefiguren die Blaf toebedeeld had gekregen. Ieder persoon had recht op vijf zintuiglijk volledig aanwezige hologrammen, die meestal de voornaamste sociale functies bekleedden van de persoon in kwestie. Na een versnelde jeugd waarin achttien jaren in één maand gecompresseerd werden mocht elk persoon zijn persoonlijke keuze maken. Een fictieve vrouw of man, een fictieve beste vriend of vriendin en een fictieve minaar/minares. De andere twee keuzes waren volledig vrij in te vullen, maar de meeste mannen kozen voor twee bijkomende seksuele partners. De meeste vrouwen kozen voor twee seksuele partners, maar met dat voorbehoud dat de extra fictieve personen in het geval van kiezende vrouwen meestal ontworpen werden met het label 'goede vriend' en vervolgens omhoog gingen in de hiërarchie. Het systeem van de fictieve personen had voor de regering enkele belangrijke voordelen. Ten eerste werd er niet meer gekweekt aangezien de partners geen echte biologische wezens waren maar bewegende en tastbare 3d-afbeeldingen. Ten tweede stond het de overheid toe om hier en daar de staatskas te spekken door exclusieve deals te sluiten met bepaalde bedrijven die in het systeem van de fictieve personen een onevenaarbaar potentieel aan reclameboodschappen zagen. Om diezelfde reden boden de fictieve personen in verkiezingstijd grote voordelen.

Mia was een beetje een doorn in het oog van Blaf. Het mens kon, zeker in aanmerking genomen dat ze fictief was, een eind doorlullen en klagen over alle dingen waarvan zij meende dat hij ze voor haar diende te doen. Ze was nochtans slechts zijn nummer vier.

"Hey Blaffie, drink je ook een 'Moluska Stikzand'. Lekker en toch niet duur. Je weet waar je aan toe bent als je Stikzand kiest."

Blaf zuchtte luidop aan de telefoon, hier had hij helemaal geen zin in. Fictieve Mia maakte de hele tijd op zo'n doorzichtige manier reclame. De programmeurs die zich met haar bezighielden mochten ze wat Blaf betrof aan hun teelballen ophangen. Het was allemaal zeer vervelend.
"Luister Mia, ik ging net in de CO-vernieuwer.", braakte hij uit, "Ik heb zin in, noch tijd voor je corporatieve praatjes." Hij duwde de ingebouwde schedeltelefoon uit met zijn tong.

En terwijl de rode zon opkwam over de nog slapende megalopool Durbuy, trok Blaf Argwanend zich voor de tweede maal af in de holokamer.
Nummer 1, Wendy (Blaf hield nogal van ouderwetse namen, hij had haar om die reden gekozen) vertelde hem de dag ervoor dat ze van hem hield. Maar daar gaf Blaf niet zoveel om. Heel het concept van de liefde vond men nogal ontechtnologisch. Het was allemaal behoorlijk genant, om eerlijk te zijn. Liefde paste nog steeds in geen enkele beschrijving en vele van de nieuwe generatie ingenieurs vonden dat het maar beter overboord kon gegooid worden. Maar het was een hardnekkig concept, het bleef ergens op de achtergrond sluieren en waar intelligentie ontstond, in mens, machine of hologram daar dook het ook af en toe op. Het was een punt van de opperste eer dat een programma dat een ingenieur of programmeur (het onderscheid tussen beide beroepen was meer en meer arbitrair geworden)ontwierp nooit glitches in de richting van de liefde vertoonde. Wendy viel de laatste tijd meer en meer ten prooi aan dergelijke bugs. (Echte insecten waren sinds de grote insectenbrand in 2222 allemaal uitgeroeid. Miljarden en miljarden verkoolde insectenlijken dienden met grote sneeuwruimende hybriderobots van de straten geveegd te worden. Een grote voorspeller had de ramp in 2156 nochtans al voorspeld maar de insecten wilden, verblind door het onbreekbare geloof in hun eigen taaiheid, niet luisteren.)
Zolang hij zes keer per dag masturbeerde bleef Blaffetuur Argwanend onvatbaar voor de amoureuze uitspattingen van dit gesofisticeerde softwareprogramma.
In zijn medicijnenkastje had Blaf een hele zooi medicijnen die op een nanoschaal de macroprocessen van zijn bewustzijn onherkenbaar veranderden. De tijd van medicijnen met moeilijke namen was lang voorbij. Je had nu simpelweg 'de pretpil', 'de erecto-lustpil' en 'de Ikslajeminaarmeteenbasebalbattotmoespil'. Hij nam een pretpil en een antisentimentpil en voelde de onzekerheid die hij soms na een beurt in de holokamer voelde wegebben. Blaf had geen werk, werk was al sinds de 22e eeuw afgeschaft, en geen echte bezigheid die je als een passie kon bestempelen. Van het moment waarop hij opstond tot aan het slapengaan bleven er ongeveer 16 uren. Zestien onbestemde uren vol pillen en holobeelden. De gemiddelde levensduur was gestegen tot 250 jaar, een lange tijd om door te brengen met voornamelijk niets doen.
Over de nachtelijke straten van Durbuy liepen holenmensen, mannen en vrouwen, en elke avond stegen hun getalen. Zij waren uit op de puur fysieke kick van het vernietigen van het lichaam van de ander.
Ze vertrokken rond tien uur 's avond uit hun luxe-appartement, high door illegale woedepillen. De overheid wist helemaal niet hoe ze de rondtrekkende bendes het best kon bevechten. Behalve de illegale handel in woedepillen bevechten, een handel die zich in de marge van de Groot-Westerse Federatie afspeelde, stonden Ohm en zijn Stroombestuur, de hoogste wettelijke en bestuurlijke instantie, machteloos. De overheid had het monopolie om geweld te bevechten maar niemand wist nog precies hoe dat ging, behalve de half-mechanische soldaten. Niemand dacht eraan om de militairen binnen de grenzen van de burgermaatschappij een rol te geven. Hun technieken waren te zeer gestoeld op de onmiddelijke uitroeiïng van alle verzet mits geweld. De barbaren aan de grenzen werden van hun schamele motortuigen geschoten met hoogtechnologische apocalyptische wapens. Zoiets vond zelfs de meest radicale politicus binnen de grenzen van de federatie niet wenselijk, want het zou de economie kelderen, de vechter waren zeer vaak leiders en industriëlen. De agressiezoekers bleven aldus redelijk onbestraft binnen de grenzen van de steden rondlopen en het was een algemene waarheid geworden dat alleen dwazen zich nog laat op de straat waagden.
De vierde keer masturberen ging moeizamer. Gelukkig was daar ook een pil voor.

“Gelukkig maar", dacht Blaffetuur.

Na de vierde masturbatiebeurt verwachtte hij een telefoontje van Wendy. Verwachten was een beetje een understatement want Wendy was gewoonweg geprogrammeerd om rond 15u00 te bellen. De telefoon ging echter niet over. Blaf maakte zich niet meteen zorgen.

De vijfde keer masturberen was een verschrikking. De pillen maakten hem zo geil dat hij al heel vlug zijn kruit verschoot maar hij bleef met een gevoel van ultieme leegheid, dat wil zeggen zowel fysiek als mentaal, achter. Hij nam nog een pretpil en voelde zich terstond beter.
Na de vijfde keer maakte Blaf zich toch wel zorgen. Hij besloot om naar technisch onderhoud van geliefden (Gemeenzaam bekend als de TOG) te bellen. Hij kreeg de hoofdprogrammeur van zijn fictieve personen aan de lijn.

"Meneer Argwanend, we wilden u nog bellen. Het is erg druk."
"Niets te ernstigs", gaapte Blaf tegen deze man, één van de enkelingen met een job én een menselijk lichaam, ook al was hij voor meer dan 75% cybernetisch.
"Hoop ik?", vervolgde Blaf iets scherper toen er een stilte viel aan de andere kant van de lijn.
"We hebben alle contact met uw nummer 1 verloren.", klonk het aan de andere kant. De stem klonk angstig, bijna hysterisch.
"Hoe kan dat?"
"Dat kan niet."
"Maar hoe kan dat gebeuren, jullie hebben haar toch constant onder bewaking?"
"We kunnen alleen denken aan een terroristische daad. Die komen de laatste tijd meer en meer voor."
"Van wie dan?"
"Ja, van wie dan? Dat is een goede vraag?"
"Ik vroeg van wie dan?"
"Precies. Van wie dan."
En na een pauze vervolgde hij, " Ik vrees dat we voorlopig niets kunnen doen. U zal deze uren maar moeten uitzitten, ik begrijp dat het niet makkelijk is. Wij hopen dat u toch nog tevreden bent over de diensten van InstaHolo Ero Services, voor elk persoon zijn droom, voor elke droom zijn hologram, en zullen…"

Blaf verbrak de verbinding en zuchtte. Hij keek naar de klok en het pijnlijk traag verstrijken van de seconden. De digitale cijfers prikten in zijn ogen. Hij had dringend een kalmeerpil nodig.
De zesde keer kon hij zich niet concentreren op de ritmische beweging. Na een twintigtal minuten werd het pijnlijk. Hij besloot om er maar mee op te houden.
Na de zesde keer was het tijd om zich aan te sluiten aan de verteringsmachine. Na de maaltijd volgde steeds het paringsritueel met één van de vier hologrammen, meestal met de nummer 1, occasioneel met één van de anderen maar Wendy was nog steeds spoorloos dus er zat weinig anders op dan één van de anderen erbij te halen. Blaf merkte bij zichzelf een grote tegenzin om de andere fictieven iets te laten weten. Wendy leek zoveel echter dan de anderen, die waren zo gemaakt, zo vals. Hij nam een slaappil en ging slapen.
's Nachts kwamen de dromen. Rusteloosheid overviel hem. Hij zzag de horden van ver op zich af komen. Ze hadden degens, knuppels, ze wilden bloed zien. Ook tegen de verschrikkelijke visioenen zijn er pillen maar hij nam er geen. Zijn dromen gaven hem een gevoel dat hij moeilijk kon uitdrukken in woorden, een gevoel dat hij wel waardeerde. Hij wilde het niet chemisch onderdrukken, ook al schreef de wet dat eigenlijk voor.
Om 3 uur ontwaakte hij uit zijn turbulente slaap. Hij stond op om een nieuwe pil te nemen. Hij kreeg telefoon. Het scherpe geluid sneed dwars door zijn schedel. Er was een algemene, ongeschreven, maar door iedereen aanvaarde regel dat je iemand na 10u00 niet meer opbelde. Hij drukte op opnemen en de stem van Wendy weerklonk.

Lees verder: Rit naar Messier 24.

maandag 1 september 2008

Een zeer fijn boekje

Ik heb voor jou gekozen
Een zeer fijn boekje
Het bevat vele letters
En is gemaakt van papier

Ik hoopte dat je het zou willen lezen
En me zou willen zeggen wat je vond maar
als het materiaal te hard was
of de bedrukking veel te gotisch
gooi het dan niet zomaar weg.

Mag ik wel zoveel van je verwachten?